Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dat gij [22]uw geest keert tegen God, en [zulke] redenen uit uw mond laat uitgaan. 22. Dat is, uw gemoed door ongeduldigheid ontstelt en door gramschap met kwade rechten laat uitvaren tegen God. Anders, dat uw geest mort tegen God, en [zulke] redenen uit uw mond voortbrengt.